Hoezo, zwerfvuil laten liggen?

(Doorbraak 3/04/2022)

Vooruit-schepen van Openbaar Groen Astrid De Bruycker zat op 24 maart jongstleden met de handen in het haar. Op Twitter slaakte ze een hartenkreet: ‘wat een idyllische ochtend in het Citadelpark had kunnen zijn…Help mij eens, Twitter, hoe lossen we dit op?’ De Tweet ging gepaard met een foto dat eerder weg had van een vuilnisbelt dan van een park.

Enkele dagen later weergalmde “eureka” tijdens de gemeenteraad. Vanaf nu laat Stad Gent het zwerfvuil gewoon liggen, bij wijze van experiment confronteren we die onverlaten met hun rotzooi! Nou, daar heb ik niet van terug. De facto kiest het paars-groene stadsbestuur voor een gedoogbeleid voor zwerfvuil. Na de lage-emissiezone krijgen we nu dus een hoge-afvalzone. Met het begraven van de strijdbijl tegen zwerfvuil pest het stadhuis iedereen. Dit zwaktebod is een slag in het gezicht van de kiezer. Een schepen wordt verkozen om oplossingen te zoeken: soms gedurfd, soms out-of-the-box, soms klassiek. Maar je wordt niet verkozen om het op te geven. 

𝗕𝗿𝗼𝗸𝗲𝗻 𝗪𝗶𝗻𝗱𝗼𝘄 𝗧𝗵𝗲𝗼𝗿𝘆

Iets in mij zegt me dat permissiviteit jegens normvervaging niet heel succesvol is in het bestrijden van antisociaal gedrag. Door het zwerfvuil bewust te laten slingeren verlaag je net de drempel en normaliseer je gedrag dat je beter zou culpabiliseren. Finaal draait het zwerfvuilvraagstuk immers rond sociale normen en waarden. Sociale normen zijn de concretisering van abstracte waarden die we als gemeenschap hoog in het vaandel draaien. Het beleid kan een handje helpen door repressie, nudging of door sterker op het belang van waarden en normen te wijzen, maar zeker niet door te laten betijen. Zouden we, ik zeg maar wat, gewenst gedrag niet beter stimuleren en activeren – via pratende vuilnisbakken bijvoorbeeld – in plaats van ongewenst gedrag te negeren? Eén van de lessen die ik meekreeg tijdens mijn opleiding criminologie was de Broken Window Theory, die stelt dat vuil meer vuil aantrekt en dat het onderhouden van de omgeving een preventief effect heeft. Ja, maar dat is theorie hoor ik u denken. Wel, in Gent namen ze eerder al de proef op de som. In 2013 liep in de Brugse Poort een proefproject, bij wijze van experiment, waarbij zwerfvuil bewust niet werd opgeruimd. Het project stierf uiteindelijk een stille dood. 

𝗗𝗲 𝘃𝗿𝗮𝗮𝗴 𝘃𝗮𝗻 𝗲́𝗲́𝗻 𝗺𝗶𝗹𝗷𝗼𝗲𝗻

De afvalproblematiek in Gent is één van de grootste uitdagingen voor de komende jaren. Uit het netheidsrapport van 2020 bleek dat meer dan 1 op de 3 sluikstorters dit voor eigen deur of in de eigen straat doet. Dat zet het basisidee van het Gents experiment al meteen op de helling. En de Gentse afvalberg is groot. In 2020 haalde IVAGO maar liefst 995 (!) ton sluikstort op, meer dan het dubbel van tien jaar geleden. Dat kost de Gentenaar meer dan 1 miljoen euro per jaar. In datzelfde jaar leidde amper drie procent van de meldingen tot vervolging. Daarvan werd nog niet de helft van de GAS-boetes betaald. In 2021 zagen we, onder druk van oppositiewerk van de N-VA-fractie, een stijging in het aantal GAS-boetes en pv’s. Maar dat is een druppel op een hete plaat. 

𝗦𝗰𝗵𝘂𝗹𝗱 𝗲𝗻 𝗯𝗼𝗲𝘁𝗲

Dé mirakeloplossing bestaat niet, maar ik geloof wel dat het beter kan dan vandaag. Eén van de pistes is die van de ondersteuning. Dan denk ik aan het voorstel – dat ondertussen in voege is – van Anneleen Van Bossuyt (N-VA) om vuilniszakken per stuk aan te bieden, in de hoop daarmee tegemoet te komen aan wie niet meteen een hele rol kan kopen. Een tweede piste is die van repressie. Geen schuld zonder boete. De vervuiler moet betalen. Daarbij denk ik niet alleen aan geldboetes, maar ook aan taakstraffen. Uiteraard moet de vervuiler eerst in het vizier komen om überhaupt te kunnen bestraffen. Verhoog dus de pakkans en installeer een lik-op-stukbeleid. Ik ben een koele minnaar van camera’s, maar (mobiele) camera’s zijn een onvermijdelijk sluitstuk van een totaalaanpak. Uit experimenten van de afvalmaatschappij OVAM blijkt dat elektronisch toezicht zijn effect niet mist. Volgens woordvoerder Jan Verheyen wordt ‘de pakkans een stuk groter en de aanwezigheid van camera’s heeft een sterk ontradend effect’. Cruciaal is wel dat de camera’s “slim” worden ingezet. De hotspots zijn ook minzaam bekend: Watersportbaan, Sluizeken – Tolhuis – Ham, Nieuw Gent, Brugse Poort – Rooigem en Rabot – Blaisantvest. Een derde vaak aangehaalde piste is die van statiegeld. Dat kan een oplossing bieden voor blikjes en plastic flessen, maar voor andere vormen van vervuiling zoals plastic zakjes, folies en peuken haalt het niks uit. Bovendien geven landen die statiegeld invoerden evenveel uit aan afvalophaling als ervoor. In de praktijk houdt statiegeld ook nu niemand tegen om glazen flesjes achter te laten na een nachtelijk bacchanaal. Zelfs volle verpakkingen van voeding blijven vaak achter. Tot slot brengt statiegeld een meerkost met zich mee. Het systeem moet nu eenmaal onderhouden worden. Die meerkost zal worden doorgerekend aan de consument.

𝗔𝗽𝗽𝗲̀𝗹 𝗼𝗽 𝗯𝘂𝗿𝗴𝗲𝗿𝘀𝗰𝗵𝗮𝗽

Last but not least: de piste van de mentaliteitswijziging. Ik ben voorstander van vrijheid gebaseerd op verantwoordelijkheid. Vandaag leven we echter in een cultuur van absolute vrijheid waarbij vadertje Staat achteraf de brokken mag lijmen. Iedereen kent zijn rechten, maar wie kent nog zijn plichten? Dat is niet langer houdbaar. Zwerfvuil heeft een gigantische maatschappelijke, ecologische en financiële kost. Op het gevaar af gecanceld te worden wil ik een pleidooi houden pro taboes, voor naming & shaming. Een beschaafde samenleving kan nu eenmaal niet zonder taboes. Taboes laten een verbod evolueren tot een geconditioneerde reflex waardoor er een ondraaglijk gevoel opwelt bij de gedachte van sluikstorten. Om deze taboes op jonge leeftijd te internaliseren komt opvoeding om de hoek kijken. Opvoeding is namelijk een conditio sine qua non om van een hypothetische imperatief uit te groeien tot een categorische imperatief. Tot slot: investeer als stadsbestuur in een gevoel van gedeeld eigenaarschap van de publieke ruimte. Zorg dat burgers de publieke ruimte niet als transitzone, maar als leefruimte ervaren en werk aan een “verantwoordelijkheidsgemeenschap”. Noem me conservatief, noem me naïef, maar ik durf nog verwachtingen te hebben van mensen. 

Gepubliceerd door Mathieu Cockhuyt

Mathieu Cockhuyt (1993) behaalde een bachelor in de sociale wetenschappen en een master in de criminologie. Hij studeert bestuurskunde en publiek management aan de UGent en is werkzaam als parlementair medewerker van Valerie Van Peel (N-VA), jongerenvoorzitter van N-VA Gent en columnist.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: